Zonne-energie
Analyse Vlaams regeerakkoord over zonne-energie

Analyse Vlaams regeerakkoord over zonne-energie

29 oktober 2019

Ambitieuzere doelstellingen zijn nodig en mogelijk

De doelstelling van 6.7GW PV tegen 2030 is niet nieuw en ligt niet in lijn om de 25% hernieuwbare energie doelstelling tegen 2030 te behalen. PV-Vlaanderen ziet een veel hoger potentieel voor zon Het volledig potentieel in Vlaanderen op optimale daken is 57 GW volgens een analyse van de zonnekaart op energiesparen.be. De sub-optimale daken erbij leveren nog 15 GW extra. Dus een totaal potentieel van 72 GW op gebouwen. Dit toont aan dat de doelstelling van 6.7GW tegen 2030 weinig ambitieus is.

Hervorming GSC systeem naar kostenefficiënter systeem:

  • Evaluatie van gegarandeerd rendement op eigen vermogen in functie van risicoprofiel van een HE/WKK project;
  • Uitfasering GSC steun voor nieuwe of vernieuwde HE projecten tegen 2025 via geleidelijke reductie maximaal toegekende steun;
  • Voor nieuwe PV vanaf 2021: maximaal ondersteuningsvolume (enveloppe);
  • Enkel steun aan PV projecten boven 10kW op gebouwen of marginale gronden (zoals bv bermen) met een minimaal lokaal gebruik van 50%
  • Aanbestedingssysteem voor middelgrote PV vanaf 2021 met vastgelegde jaarlijkse budgetten. Dit wordt gefinancierd via het Energiefonds

 

Nood aan een stabiel investeringskader met correcte steun – stop met sleutelen aan het OT systeem

We vragen een stabiel investeringskader met correcte steun, zowel voor projecten met eigenverbruik als met injectie. De sterk dalende investeringskosten van PV geven perspectief op het op korte termijn overbodig zijn van ondersteuning. Hoe dichter we komen bij het moment waarop geen subsidies meer nodig zijn, hoe meer de markt is blootgesteld aan de fluctuaties van de energieprijs, wat een hoger investeringsrisico inhoudt. Net in deze periode blijft een stabiel en correct ondersteuningsbeleid nodig met een evolutiepad naar steunafbouw dat de markt volgt.

Het voortdurend sleutelen aan de parameters en voorwaarden voor de OT berekening is nefast voor dit investeringskader. Vandaag gaat men in de onrendabele top berekening uit van een zelfafname van 55% of 65% (afhankelijk van de categorie) en een IRR van 5%. Maar in de praktijk zien we dat enkel projecten met een hogere zelfverbruik, vanaf 70%, rendabel zijn in de huidige OT berekening. Het opnieuw aanpassen van het aandeel zelfafname, een verlaging van de IRR en het toevoegen van een maximum steunvolume creëert nieuwe risico’s en onzekerheid.

Het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie bij nieuwbouw en grondige energetische renovatie is positief

Het minimumaandeel hernieuwbare energie in de energieprestatieregelgeving leidde de afgelopen jaren tot een bijna veralgemening van de installatie van PV op nieuwbouw.

Alle platformen van ODE